Innovatielab 'Wonen doe je thuis'
Op woensdag 27 november kwamen jongeren, ervaringsdeskundigen, initiatiefnemers, zorgaanbieders, wetenschappers en gemeenten samen om vernieuwende ideeën en oplossingen te bedenken om kinderen zoveel mogelijk thuis te laten opgroeien of zo thuis als mogelijk.
Eva Saeboe (aanjager jongerenparticipatie) en Stef van Kessel (beleidsmedewerker gemeente Tilburg) trapten enthousiast af. ‘Wonen doe je thuis’ is een belangrijk thema binnen het Uitvoeringsprogramma van de Regio Hart van Brabant. In 2018 woonden in de Regio Hart van Brabant 1359 kinderen niet thuis. Bij veel van deze kinderen en jongeren was het thuis zo onveilig, dat ze hier niet meer konden wonen.
Vergif en Vitamines voor ontwikkeling jongeren
Loes Keijsers (associate professor ontwikkelingspsychologie aan de Universiteit Tilburg) gaf een prikkelend mini-college over ‘vergif en vitamines voor de ontwikkeling van jongeren’. “Uit de wetenschappelijke literatuur is bekend dat een onveilig thuis de ontwikkeling van kinderen en jongeren remt. Gelukkig weten we ook dat er vitamines voor groei zijn en dat een positief thuisklimaat kan helpen om te herstellen en op te bloeien tot een gelukkig mens.
Wat zijn dan die vitamines voor groei? Dat is als jongeren zichzelf kunnen zijn, competenties ontwikkelen, eigen beslissingen nemen, erbij horen en er sprake is van een luisterend oor / begrip. We zien ook dat steeds meer jongeren een onbegrensde drive hebben om de wereld een beetje mooier te maken. We noemen dit ‘the need to matter’. Vanuit de ‘opvoedwetenschap’ zijn er drie gouden ingrediënten benoemd voor een positief thuisklimaat, namelijk: warmte, duidelijkheid en een aanmoedigende houding richting het kind.”
Loes Keijsers vervolgt haar minicollege door meer te delen over het vergif voor ontwikkeling van jongeren. “Helaas zijn er ook giftige stoffen die de ontwikkeling van een kind kunnen verslechteren. Dat zijn misbruik, mishandeling en verwaarlozing. Wat we ook steeds vaker zien zijn ‘curling parents’. Dit zijn ouders die de verantwoordelijkheid van het kind ontnemen, door zich teveel met het kind te bemoeien. Dit kun je ook zien als een vorm van mishandeling.”
De wetenschap staat voor een uitdagende opdracht als het gaat om opvoedadvies en doen wat het beste is voor het kind. “Wetenschappers leggen correlaties (verbanden) door het afnemen van vragenlijsten. Bijvoorbeeld door vitamines voor groei in verband te brengen met depressiviteit. Uit deze onderzoeken kunnen we helaas alleen iets zeggen over het gemiddelde kind. En opvoedadvies voor het gemiddelde kind is misschien wel niet mogelijk. Het werkt voor sommigen, maar niet voor iedereen. We weten bijvoorbeeld niet bij hoeveel kinderen het advies averechts uitpakt.”
Om die reden is de Universiteit van Tilburg gestart met het ADAPT UVT, een project dat binnen het Innovatienetwerk Jeugd in aanmerking kwam voor een ontwikkeltraject. “Door middel van ‘experience sampling’ in een app willen we onderzoeken of het mogelijk is om individuele adviezen te geven aan een gezin. We vragen gezinsleden gedurende een langere periode mee te werken en stellen vragen via de app, meerdere keren per dag. Op basis van die data willen we correlaties maken en kijken of we individueel advies kunnen geven.”
Pitch 1Samen
Tijdens de Meet Up kregen Jolande van Gerwe en Myke van Asseldonk van Stichting JoinUs de gelegenheid om hun project 1Samen te pitchen. “Met JoinUs richten wij ons op de 3 tot 14% van de jongeren tussen 12 en 25 die zich chronisch eenzaam voelen. Uit onderzoek blijkt dat 46% van de jongeren zich weleens eenzaam voelt. We willen met 1Samen specifiek deze groep bereiken, zodat we voorkomen dat zij verder wegzakken naar chronische eenzaamheid. Online is er weinig informatie voor deze jongeren beschikbaar. Ook op school blijkt het lastig om eenzaamheid te erkennen en bespreekbaar te maken. Soms kunnen jongeren zich in de klas heel eenzaam voelen en buitengesloten worden. Met 1Samen bieden we een online platform waarmee we informatie geven aan jongeren die zich eenzaam voelen. Daarnaast willen we een lessenpakket ontwikkelen voor het onderwijs.” Na de pitch stemden de vakjury, jongerenjury én publieksjury vóór het project 1Samen! Dat betekent dat zij in samenwerking met het Innovatienetwerk Jeugd gaan kijken hoe ze het online platform en het lespakket verder kunnen ontwikkelen.
Aan de slag
Deelnemers van de Meet Up gingen vervolgens in groepjes actief aan de slag met vernieuwende ideeën en oplossingen om kinderen zoveel mogelijk thuis te laten opgroeien of zo thuis als mogelijk.
- Pitch 1: “Breng ondersteuning vanuit de zorg naar het kind.”
“Zorg dat je vanuit daar ook meteen de juiste plek vindt. Aan de voorkant kijken wat het kind nodig heeft. De hulp of het specialisme gaat naar het (gast)gezin. Het kind blijft wonen waar deze is geplaatst.”
- Pitch 2: “Richt je op de ouders, zij hebben vaak met stress te maken.”
“Op die manier voorkom je dat kinderen het huis uit hoeven. Help ouders bijvoorbeeld met een signalerende hartslagmeter. Als hun hartslag omhoog gaat moeten ze andere keuzes maken en de confrontatie niet aangaan. Moeten kinderen toch uit huis, zorg er dan voor dat het meteen de juiste plek is. Iedere 6 weken moeten verhuizen is voor niemand fijn.”
-Pitch 3: “Maak meer gebruik van maatjes in de jeugdzorg.”
“Een maatje die bijvoorbeeld samen met een jongere mee gaat naar een nieuwe sportvereniging. Niemand onder de 18 doet dat graag alleen. Maak gebruik van ervaringsdeskundigen. Een soort oudere zus die uit eigen ervaring weet in welke situatie de jongere zich begeeft. Dat ze niet met een begeleider op pad hoeven. Maar met het maatje die voelt als een zus die ervoor zorgt dat de jongere zich een beetje normaal gedraagt en dat de jongere zich normaal voelt.”
- Pitch 4: “De regionale ombudsman.”
“Introduceer een regionale ombudsman. Misschien wel door een jongere. Die vragen stelt als ‘is het wel het beste besluit voor het kind?’ Maar ook een jongerenteam dat ongevraagd op de stoep staat bij een jeugdzorgaanbieder om een ‘audit’ (controle) te doen. Om rond te lopen, te kijken en om met de jongeren die er wonen in gesprek te gaan. Alles wat de jongeren zelf agenderen en de opbrengst en aanbevelingen uit de inspiratie cafés worden getoetst.”
- Pitch 5: “Praat met het kind in plaats van over het kind.”
“Het is belangrijk dat kinderen zelf mee mogen beslissen en serieus worden genomen. Zoals: laat het kind het eigen pleeggezin kiezen. Of een eigen hulpverlener. Laat het kind zijn/haar eigen kamer inrichten. En laat ze meepraten over de situatie. Wat ook heel belangrijk is, is dat het kind geïnformeerd wordt over de ontwikkelingen in de situatie.”
-Pitch 6: “Vertel ouders dat ze niet alles hoeven te kunnen!
“Ouders mogen weten dat het heel normaal is om hulp te vragen, je hoeft niet alles te kunnen. Een steunfiguur is van belang die ervoor zorgt dat het probleem niet groter wordt. Kinderen moeten een eigen plek hebben, zeggenschap en regie over wat er met hen gebeurd. Het is altijd maatwerk.”
Na afloop van de pitches werd gevraagd aan de deelnemers van de Meet Up wie er een bijdrage wil leveren om de pitches verder uit te werken. Mooie verbindingen zijn gelegd om de ideeën verder vorm te geven in concrete acties. Wordt vervolgd dus!